Archive for november, 2006

Van blauwe plekken en andere dingen die voorbij gaan

24 november 2006

Voor de tweede keer dit jaar ben ik er goed van af gekomen. Blijkbaar is het geen toeval, mijn tijd is écht nog niet gekomen. Op Tommy’s verjaardag maakte ik een doodssmak van de trap. Ik was naar boven gelopen om voor Tommy het hoesje van zijn gameboy te zoeken, dat hij niet kon vinden, maar ik natuurlijk in een keer te pakken had. We moesten opschieten, want hij moest een half uur later al bij zijn vader zijn voor zijn verjaardagsmaaltijd. Tom liep voor mij, de steile trap af. Ik had iets in mijn hand en hield de leuning niet vast. Toch weet ik zeker dat ik me niet haastte en dat ik de trap voorzichtig afliep. Ik ben als de dood voor die enge trap, kijk altijd goed uit en ren hem nooit af. In elk geval herinner ik me niet waarom ik viel, maar wel dát ik viel. En ook dat alles zwart voor mijn ogen werd en ik enkele momenten het bewustzijn verloor. Ik weet ook nog dat ik toen niet helemaal weg was, maar vocht om weer bij te komen. Ik was met mijn achterhoofd op de marmeren vloer gevallen, op mijn linkerzij. Tommy, die bijna beneden was, heeft mijn val gebroken, aan hem dank ik waarschijnlijk dat het niet slechter afgelopen is. Ik heb niets gebroken, maar had wel de grootste blauwe plekken op mijn billen en bovenbenen die ik ooit gezien heb. Echt enorm.

Na de val was ik erg overstuur, en ik kreeg snel last van een stijve, pijnlijke nek. Dus de buurman gebeld die me naar het ziekenhuis bracht. Arjun was Tommy gaan wegbrengen maar kwam later ook naar het ziekenhuis. Voor het eerst van mijn leven een commotio cerebri! Ik kreeg meteen een kraag omgegord, waardoor ik op die pijnlijke buil op mijn hoofd moest liggen, er werd een CT scan van hoofd en nek gemaakt. Gelukkig was alles goed. Met een wekadvies en een beetje hoofdpijn naar huis gestuurd. De volgende dag voelde ik me tamelijk beroerd, veel hoofdpijn. Ik heb de hele dag in bed gelegen. De volgende dag was het over. Alleen nog de kneuzingen, die nu alle kleuren van de regenboog hebben aangenomen, herinneren aan de val. 

op tommy's verjaardag voor de val....

Vandaag heb ik voor het eerst mijn haar weer eens geborsteld! Pien noemt mij liefkozend ‘veulentje’ omdat de structuur van mijn haar haar doet denken aan dat van een jong paardje. Het is nog niet veel, en het lijkt volledig grijs. Waarschijnlijk komt dit omdat het eerste haar dat terug kwam helemaal kleurloos was, en de combinatie met het nieuwe, grotendeels donkere haar een soort peper en zout combinatie oplevert. Dit superkorte kapseltje staat me wel goed, maar door de kleur vind ik dat er oud en afgeleefd uit zie. Zo’n beetje zoals ik me vaak voel… Van Arjun en de kids moet ik mijn pruik nog even ophouden, het haar is nog erg kort van achteren. Daardoor kan je zien dat het niet ‘gewoon’ kort is. Ik heb Arjun al gevraagd uit solidariteit zijn eigen haar ook zo kort te knippen, maar daar voelt hij nog niet zoveel voor. Jammer genoeg ziet het er niet naar uit dat ik krullen heb gekweekt. Het haar voelt ook nog wat zacht en donzig aan. Af en toe smeer ik mijn hoofdhuid in met ‘haargroeimiddel’ zoals Pien het noemt. Het is gewoon een vitaminecomplex voor de hoofdhuid. Ik zie er naar uit dat ik over een maand of zo echt zonder pruik kan lopen. Nu mijn haar wat langer wordt, zie je het af en toe onder de pruik komen, die ook was losser zit dan in het begin. Soms schuift die van zijn plek, waardoor ik hem weer recht moet trekken. Ik denk dat ik voor de verandering eens een tijdje mijn haar zeer kort zal houden en eens ga experimenteren met kleuren. Een paar weken geleden heb ik meegelopen in een pruikenmodeshow van Petra’s Haarmode, bij de opening van haar nieuwe salon. Dat was erg grappig om te doen. Twee tamelijk korte en rossige pruikjes stonden mij het best. Als een echte mannequin zwierden wij over de catwalk. Alweer iets dat ik dankzij mijn kanker heb mogen meemaken

Kiezen in Kenia

22 november 2006

Een bericht van Arjun voor alle trouwe lezers van deze weblog: 

Geachte dames en heren,

De ervaringen van ondergetekende met de tandheelkunde in Kenia zijn in boekvorm verschenen. Van de berichten uit Kimilili, verzonden de afgelopen zomer, is door HDK architecten een boekje gemaakt. Ruim 60 pagina’s en voorzien van diverse foto’s. De boekjes worden verkocht voor 10 euro per stuk. Dit bedrag komt geheel ten goede aan het tandheelkundeproject in Kimilili.

Het eerste boekje wordt op dinsdag 28 november met een kleine ceremonie aangeschaft door Jan Broekhuis, burgemeester van Spijkenisse. Dit geschiedt in de bibliotheek van Spijkenisse aan de Breeweg 2, 3201 VB Spijkenisse om 16.30 uur. U wordt van harte uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. Daarna is het boekje te koop in de bibliotheek, bij Tand-art, kliniek voor tandheelkunde in Rotterdam en door overmaking van 10 euro plus 2 euro verzendkosten op rekeningnummer 69.91.98.844 t.n.v. Kimilili te Hekelingen onder vermelding van uw naam en adres. Het boekje wordt per omgaande toegestuurd.

 kiezen in kenia.jpg

 

 

Energie

17 november 2006

Vandaag is het precies een half jaar geleden dat ik ben geopereerd en dat mijn borst is weggehaald. Na een operatie volgde de adjuvante chemobehandeling: hoe sta ik er nu voor?

Het meest opvallende fysieke restverschijnsel is verminderde energie. Om dit gevoel nu chronische vermoeidheid te noemen, zou te ver gaan. Ten slotte ben ik nog steeds in staat voltijds (en nog meer) te werken. Ogenschijnlijk is er niet echt sprake van vermoeidheid, als wel van het gevoel dat ik niet meer zo veel aan kan, dat mijn beker sneller leeg is. Zo’n week als deze, waarin ik zelf een druk symposium heb georganiseerd (met meer dan 10 sprekers en 100 gasten); en waar ik twee presentaties heb gehouden op een landelijk congres in Ede: daar zie ik van tevoren al tegenop. Vandaag ben ik dan ook letterlijk en figuurlijk doodop. Had de grootste moeite om mezelf weer overeind te tillen vanmorgen. Ook het vooruitzicht van een druk weekend (Tommy is jarig, heeft 10 knullen voor zijn feestje uitgenodigd) helpt niet echt.

Afgelopen weekend gingen Arjun en ik voor het eerst sinds mijn ziekte samen een weekendje weg. Een weekend naar Keulen met de trein. Als ik eerlijk ben, zag ik al tegen de reis op. En tegen het moordende tempo waarmee Arjun elke stad verkent. En tegen het feit dat het betekende: drie dagen niet werken, dus een hoop stress om alles op tijd klaar te krijgen. Maar goed, we zaten in de ICE en het ging allemaal relaxt en voorspoedig. In Bonn bezochten we de Guggenheim tentoonstelling, en in Keulen aten we bij Die Alte Wartesaal. So far so gut…. maar ’s nachts begon de pret: veel lawaai in het hotel, slecht geslapen. Vreemd uitgedoste lieden bij het ontbijt: zou er een vrijgezellenfeestje aan de gang zijn? Toen we naar de binnenstad liepen werd het opeens duidelijk: het was de 11e van de 11e…. In Keulen is dat het startsein voor de hele dag zuipen en carnavalspret. De hele stad bezaaid met bierflessen, duizenden mensen hossend op de been in rare pakkies. Niets voor een ‘Mieserpeter’ zoals ik. Carnaval zal ik nooit echt leuk vinden, ook al heb ik speciaal voor het carnaval Trinidad bezocht. Goddank was het stil in de Keulse musea, maar als we ons dit van tevoren hadden gerealiseerd…. Alles bij elkaar was het dus niet het ontspannen weekend waar we op hadden gehoopt. Toch was het fijn om de zinnen weer eens te verzetten.

Maar tijdens zo’n weekend merk ik dat de energiekloof tussen Arjun en mij enorm is toegenomen. Hij liep altijd al harder dan ik, maar tot nu toe kon ik hem altijd redelijk goed bijhouden. Omdat ik zelf altijd energie voor twee had, vonden andere mensen mij enorm energiek. Nu mijn energieniveau met zeker 40% is afgenomen, lijkt er in de ogen van anderen niet veel aan de hand (er blijft nog steeds 120% over…). Maar vergeleken met Arjun ben ik een slak geworden, een huismus die het liefste op haar nestje blijft zitten. Omdat dit zich in zo’n korte tijd heeft voltrokken, heb ik er nog niet aan kunnen wennen en heb ik mijn levensstijl er nog niet op aangepast. Arjun kan het niet echt volgen, hij heeft er in mijn ogen weinig begrip voor. Hij zou het liefste weer 4 – 5 x per jaar op reis gaan, maar ik heb daar helemaal geen puf voor. Activiteiten ’s avonds en in het weekend zijn mij al gauw teveel en ik word sjaggerijnig van ‘teveel’. Arjun houdt energie over, die ik te kort kom. Dat baart me wel eens zorgen voor onze gezamenlijke toekomst. Zijn droom is de wereld afreizen. De mijne: rustig op de bank met een boek, of naar muziek luisteren. Ik ga liever in een huisje in Italië zitten dan naar Nepal trekken. Maar Arjun praat alweer over een maand Kenia volgende zomer, waar ik dan ook weer heen moet met de kinderen.

Ik ga ervan uit dat mijn energieniveau niet echt veel zal verbeteren. Vergeleken met veel lotgenotes mag ik niet klagen. Negentig procent van alle mensen die chemotherapie hebben ondergaan ervaren dit symptoom, in ieder geval de eerste jaren na de behandeling. Daarnaast heb ik voortdurend opvliegers, doordat ik plotseling in de overgang ben gekomen. Niet bepaald aangenaam: ze komen vooral ’s nachts opzetten. Slapen is ook minder vanzelfsprekend geworden, waardoor de vermoeidheid overdag is toegenomen. Vriendinnen zeggen mij dat dit bij hen ook zo is, maar bij hun was het een geleidelijk proces, bij mij niet. Ik heb er moeite mee om er aan te wennen. Maar het zal wel moeten.

Theo

2 november 2006

Twee jaar geleden werd Theo van Gogh vermoord in Amsterdam door een dolgedraaide fanaat. Ik kan het niet helpen, maar ik kan nooit aan Theo denken zonder dat Jetske in mijn gedachten komt. Zij had een felle, uitgesproken hatelijke afkeer van Theo. En eigenlijk vond ik haar woede tegen Theo heel begrijpelijk – in tegenstelling tot de onbegrijpelijke motieven van de dader in zijn lange jurk. En ook al heb ik van diverse mensen -die het kunnen weten- vernomen dat Theo een heel beminnelijk en scherpzinnig mens was (die zonder aarzeling de cactus kuste) en zelfs een heel verdienstelijk filmer (ondanks zijn abjecte politieke denkbeelden), toch kan ik nooit aan hem denken zonder dat Jetske’s mening over hem de mijne kleurt.

Dat zit zo. Jetske was opgenomen in het ziekenhuis en herstellend van haar eerste operatie. Of was het de laatste? Ik weet het niet meer precies. Op TV had ze een programma gezien waarin Theo van Gogh zich verschrikkelijk had misdragen. Zij wond zich er zo over op dat me dit altijd is bijgebleven. Toevallig had ik ook een deel van het programma gezien. Het ging om een groep mensen die wilde afvallen en die zich vrijwillig in een centrum had laten opsluiten. Daar werden ze onthaald op een dieet van verse groenten en veel lichaamsbeweging en oefeningen in de duinen, afgewisseld met psychotherapeutische sessies. De rol van Theo bestond uit het volslagen belachelijk maken van dit gezondheidstreven: hij zat onbehoorlijk te schransen, roken en zuipen en paradeerde met zijn veel te dikke buik door het beeld (in mijn herinnering voortdurend scheten en boeren latend, maar dat zal wel kwade verbeelding zijn). Hij zette al die gezondheidsfanaten totaal voor schut. Jetske was zó woedend op hem: hij die er maar op los leefde, alles deed wat ongezond was – terwijl zij er alles voor over zou hebben om weer gezond te kunnen zijn. Zijn drang tot zelfvernietiging was haar volkomen vreemd. Haar maakte het boos dat iemand zijn kostbare gezondheid zo kon minachten, in plaats van te koesteren. Zo’n provocatie ging haar tolerantie gewoon te boven.

Vijf jaar later ging Theo’s provocatie de tolerantie van iemand anders te boven. En dat werd hem fataal. Maar ik vraag me af of Jetske daar veel plezier aan beleefd zou hebben. Ik denk het niet. Zo haatdragend was zij nou ook weer niet.