Archive for the ‘Uncategorized’ Category

Tien jaar ouder, sadder and wiser

10 maart 2009

Tien jaar geleden: een bijdrage aan een Amazone Forum. 

Tien jaar geleden was mijn zusje Jetske op 34-jarige leeftijd net overleden aan een hersentumor, was mijn moeder vijftien jaar daarvoor overleden aan dubbelzijdige borstkanker, was mijn dochtertje amper een jaar oud en was mijn leven zo zwaar, zo zwaar, zo zwaar. Mijn ene ex (verslaafd en gestoord) bedreigde me dag in dag uit, de andere voerde processen tegen me en de kinderbescherming deed meer kwaad dan goed. Ik was wanhopig, alleen en twijfelde aan alles en vooral aan mezelf.Nu tien jaar later is (bijna) alles in orde gekomen en mijn leven weer op de rails, omdat ik de moed nooit opgegeven heb. Kinderen gezond, een lieve nieuwe man die 100% deugt. Zelfs de ex is afgekickt. Zelf borstkanker krijgen was een schok – voor mij, voor mijn gezin- maar ik was er op voorbereid. En: ik heb geluk gehad, drie jaar later ben ik er nog. De behandeling viel mee en ik heb mijn energie teruggevochten en nooit de moed opgegeven. Zonder borsten, hopelijk zonder uitzaaiingen, en nooit helemaal zonder angst. Maar dat hoort bij het leven met borstkanker.Borstkanker was niet het ergste dat me ooit is overkomen. Dat komt misschien nog wel eens. Maar dan ben ik er op voorbereid. Hoop ik.

Triple negatief

8 december 2008

Ik kende de term tot vandaag niet, maar ik behoor tot de 15-20% vrouwen met borstkanker die “triple negatief” heten te zijn: dat wil zeggen: met een tumor die geen receptoren heeft voor oestrogeen (ER-), niet voor progesteron (PR-) en niet voor Her2 (Her2-). Ik had al wel eens gehoord dat vrouwen met dit soort tumoren een gemiddeld wat slechtere prognose hadden. Op de Amazones las ik net een interessante bijdrage van Prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen, medisch oncoloog in het Maastricht UMC en voorzitter van het Nationaal Borstkankeroverleg (NABON):

http://www.de-amazones.nl/nieuwsbrieven/080308/3_negatief.html

De belangrijkste conclusies:

– triple negatief komt iets vaker op jongere leeftijd voor

– patiënten met een BRCA1 genmutatie hebben vaker een triple negatief mammacarcinoom

– ‘triple negatief’, waarbij de her2-neu-factor ook negatief is, lijkt agressiever te zijn dan andere tumoren. Voor een groot deel komt echter omdat wij iets minder behandelopties hebben (geen gerichte therapie), waardoor het totale effect van de adjuvante behandeling kleiner is dan voor de andere groepen.

– In een grote studie bij 1.600 patiënten bleek overigens dat het risico op terugkeer van ziekte met name de eerste vijf jaar verhoogd was, met een piek in de eerste drie jaar. Na die periode nam het risico sterk af. Het lijkt er dus op dat àls de ziekte terugkomt, dit vaak kort na de primaire diagnose optreedt. Dus, als de eerste vijf jaar geen recidief van de ziekte is opgetreden, dan is de kans dat het goed blijft gaan groot.

Samenvattend: Het lijkt er dus op dat een triple negatief mammacarcinoom op dit moment een relatief ongunstigere prognose heeft dan ER/PR en/of HER2 positieve tumoren. Dit verschil wordt voor een deel verklaard door de extra behandelopties in deze laatste twee situaties. Het verschil in genezing lijkt echter vooral de eerste paar jaar na diagnose aanwezig te zijn. Als er volgens de huidige inzichten een indicatie voor adjuvante chemotherapie is, dan is het belangrijk om dat advies op te volgen. Vooralsnog is de lymfeklierstatus, naast tumorgrootte en graad, de belangrijkste parameter die de prognose bepaalt.

Ik las dit verhaal met enige spanning. Gelukkig dat ik die adjuvante chemotherapie heb gedaan! En gelukkig dat er al 2,5 jaar voorbij zijn….. zonder aanwijzingen voor problemen….. Meestal gaat de tijd mij te snel, maar in dit opzicht kan hij me niet snel genoeg gaan. Dus ik bid voor nog 2,5 snelle, schone jaren!

For the love….

22 november 2008

Voor Tommy’s verjaardag (hij werd 14 op 19 november) ging ik een zondagmiddag met hem en Hans naar Amsterdam naar het Rijksmuseum om Damien Hirsts waanzinnige statement kunstwerk For the Love of God te bekijken. Toevallig had Tommy’s vader hetzelfde idee opgevat voor de week erna – is er toch iets in de opvoeding waar we het over eens zijn…. 

Het was krankzinnig druk en we moesten het museum doorschuifelen in lange rijen (lang leve het eticket zodat we ook niet buiten hoefden te wachten!). De platina schedel ingelegd met duizenden diamanten vond ik erg indrukwekkend: een icoon van deze tijd. De schedel wordt prachtig uitgelicht en schittert in talloze kleuren in een totaal verduisterde ruimte. Ik vond het erg mooi, ook als ambachtelijk kunstwerk. Het is ongelooflijk decadent, maar ook oogverblindend mooi. De rest van Damien Hirst’s commentaren kan je gerust overslaan, want hij schrijft zeer onbenullige opmerkingen bij een aantal bijzondere kunstwerken van het Rijks. Maar omdat die meestal in het magazijn blijven, was het toch de moeite waard om die zaal te bezoeken.

Na afloop gingen we met zijn drieën lekker thee drinken met taart bij Metz, zodat we even uit het toeristengewoel van Amsterdam weg waren. Het is echt geen pretje om op zondagmiddag door de Leidsestraat te lopen, ook al is het midden november. Wat een drukte, wat een gedoe. Maar leuk om met zoonlief op pad te zijn.

Pien op Cinekid

22 oktober 2008

Pien was in de herfstvakantie in Amsterdam gaan logeren bij haar vader en bij oma en opa van der Dussen. Eén van de leuke dingen die ze gedaan heeft is het Cinekid Festival bezoeken. Daar heeft ze zelf opgetreden voor de camera! Bekijk de filmpjes hier:

Over longen, longkanker en longtransplantatie

15 oktober 2008

Vorig jaar overleden er voor het eerst meer vrouwen in Nederland door longkanker dan door borstkanker. Waar er in 2006 nog 3.335 vrouwen overleden aan borstkanker, is dit aantal in 2007 met 5 procent gedaald naar 3.180. De kans om deze vorm van kanker te krijgen daalde de afgelopen tien jaar met een kwart ook fors. In 2007 overleden 3.384 vrouwen aan longkanker. De belangrijkste reden is dat meer en meer vrouwen zijn gaan roken.

Goed nieuws voor borstkankerpatiënten, maar bij mij riep het de vraag op waarom we veel meer over borstkanker horen dan over de risico’s om aan longkanker te sterven. Een belangrijke reden is dat er meer borstkankerpatiënten leven dan longkankerpatiënten. Want aan longkanker ga je meestal dood, aan borstkanker meestal niet. Borstkanker is een chronische aandoening geworden. Bijzonder hoogleraar heelkundige oncologie Emiel Rutgers (AMC-UvA) zegt tegen elsevier.nl dat de sterftedaling bij borstkanker vooral te maken heeft met de invoering van het landelijk bevolkingsonderzoek naar kanker en verbeterde (hormonale) behandelingen. ‘Als een vrouw nu gediagnostiseerd wordt met borstkanker is de kans dat zij overlijdt gehalveerd in vergelijking tot twintig jaar geleden. Bovendien zal deze gunstige trend zich in de toekomst zeker verder voortzetten,’ zegt hij. Hoera!

Dat neemt niet weg, dat borstkanker nog altijd doodsoorzaak nummer een is voor vrouwen van dertig tot vijftig jaar. Een op de zes vrouwen die op deze leeftijd overlijdt, sterft aan de ziekte. Ook behoort Nederland ondanks deze afname de afgelopen tien jaar, toch nog steeds tot de Europese landen met de hoogste sterftecijfers. De afname van borstkanker is het meest waar te nemen in de groep vrouwen van zeventig tot tachtig jaar. Dit nuanceert het bovenstaande bericht toch wel weer een beetje. Juist voor jongere vrouwen blijft borstkanker dus een forse ‘killer’.

Toch vermoed ik dat er ook andere redenen zijn voor het feit dat borstkanker meer in het nieuws is. De ziekte spreekt meer tot de verbeelding en werkt meer op het gemoed dan longkanker. Een Pink Ribbon actie voor longkanker patiënten zie ik dan ook niet gauw gebeuren. In het nieuwe Pink Ribbon Magazine komen BN-dames vertellen “wat ze met hun borsten hebben”, zie je al voor je, dat mensen in de pers vertellen wat ze met hun longen hebben?

Er is er één die dat gedaan heeft. Voor het school TV journaal naar aanleiding van het donordebat vorige week in de Tweede Kamer. Dat is Tamara, een jonge vrouw van 22 die regelmatig met ons heeft samengewerkt. Samen met Tamara is Pien op 5 september ‘abgeseild’ in het Sophia, om de start te markeren van het nieuwe Actieprogramma Op Eigen Benen Vooruit! Tamara ging naar beneden aan de zuurstoffles. Lees hier meer over het abseilen:

http://www.transitiesinzorg.nl/show-news/2008-09-08/drie-chronisch-zieke-jongeren-geven-het-startschot-voor-het-actieprogramma/

Tamara is een vechtersbaas. Tamara heeft Cystic Fibrosis en staat op de wachtlijst voor nieuwe longen. Komen die niet snel, dan is het afgelopen, vertelt ze.

Bekijk hier het huiveringwekkend mooie interview via onderstaande link. Het begint op ongeveer 07.26

http://player.omroep.nl/?aflID=8030978

Iedereen moet orgaandonor worden. Al was het alleen maar voor Tamara!

IMG_3013-1.jpg

We leven nog….

6 oktober 2008

Zal het dan nooit ophouden? De waarheid is: ‘nee, het houdt nooit helemaal op’. Zat ik een paar weken geleden nog hoofdschuddend het volgende bericht te lezen:

Ex-borstkankerpatiënt voelt zich nog patiënt
22 SEP 2008
“Veel vrouwen die een operatie wegens borstkanker hebben ondergaan, voelen zich de eerste vijf jaar na de verwijdering van de tumor nog patiënt.
Dat blijkt uit een online onderzoek van TNS Nipo in opdracht van het farmaceutisch bedrijf AstraZeneca onder bijna zeshonderd vrouwen die borstkanker hebben (gehad). Ruim een kwart van de vrouwen die een operatie wegens borstkanker hebben ondergaan, voelt zich de eerste vijf jaar na de verwijdering van de tumor nog 100 procent patiënt. Bijna 90 procent van de ondervraagde vrouwen voelt zich tot vijf jaar nadat de tumor is verwijderd, in meer of mindere mate patiënt.”

Over zo’n bericht verbaas ik me dan heel erg. Ik zou mezelf niet direct als ‘patiënt’ meer typeren, zeker niet voor 100%, of hoofdzakelijk. Ook zou ik een paar weken geleden ontkennend geantwoord hebben op de vraag of ik behoor tot het grote aantal vrouwen dat “nog jaren na de operatie gevoelens van angst, spanning en onzekerheid” heeft. Ook voel ik me niet, zoals zovelen “verminkt” – althans, ik beschouw dat als een objectief vast te stellen feit (mijn lichaam is ontdaan van twee essentiële onderdelen die het uiterlijk bepalen), maar niet als iets dat rampzalig is of mijn identiteit als vrouw fundamenteel aantast.

Met andere woorden, wat ben ik toch een stoere dame, want ben ik toch een koele kikker, een  echte overlever blablabla. Nou mooi niet. Want vandaag zat ik, na tien bange dagen, weer bibberend en gestresst bij de chirurg op een spoedafspraak. Sinds ruim een week had ik felle pijn op één plek links op mijn romp, bij mijn één na onderste rib. Zodra ik het merkte, heb ik mezelf bezworen dat ik niet meteen in paniek mocht raken, het 7 dagen moest afwachten (voor het geval het doodgewoon spierpijn of een blauwe plek zou zijn) en dat ik het aan niemand mocht vertellen.

Na 7 dagen was de pijn echter niet verdwenen, maar juist erger geworden. Erop drukken is pijnlijk, de pijn leek wat meer uit te stralen. Het is geen spierpijn, want bewegen doet geen pijn, erop drukken wel. Toen liet de paniek zich niet langer bedwingen. Botmetastasen! Steeds dacht ik aan een mogelijk einde. Van het weekend vertelde ik het aan Arjun, die ook pijnlijk in de stress schoot. Net is zijn oom overleden, en nu weer dit. Vanmorgen heb ik het ziekenhuis gebeld, en ik mocht gelukkig meteen komen.

E zijn uitgebreide thoraxfoto’s gemaakt en tot mijn immense opluchting was alles helemaal in orde. De foto’s laten prachtige, ongeschonden ribben zien. Ik kon mijn chirurg op wie ik een week geleden nog liep te foeteren wel zoenen van opluchting. Hij bezwoer me dat ik me niet moest schamen voor mijn angst en onzekerheid, dat dit volstrekt normaal is en dat ik de volgende keer wéér moest komen. Zeven dagen wachten was niet eens nodig wat hem betreft. Wat de pijn dan wel veroorzaakt? Geen idee. Kan me ook niet schelen ook. ’t Zal wel weer over gaan voor ik een jongetje word (zou mijn wijlen moeder zeggen).

En dan mag ik nog van geluk spreken dat ik geen hormonen hoef te slikken. Bij vrouwen die een anti-hormonale nabehandeling hebben ondergaan zijn de gevoelens van angst en onzekerheid het grootst. Die medicijnen herinneren hen dagelijks aan de ziekte. Bij mij gaan er wel eens een paar dagen voorbij dat ik niet aan de ziekte denk en me geen patiënt voel, toch?

Maar goed, we hebben het wel weer even gehad. De loodzware angst is weer van me af gevallen. Ik ben weer gezond. Ik ben weer borstkankerpatiënt af. Voor zolang het duurt.

Over valse krullen & echte littekens

28 september 2008

Twee jaar na mijn kale kop waren die leuke krullen, die ik teruggekregen had, weer bijna helemaal verdwenen. Ik vond dat echt heel jammer. Voor de grap had ik tegen iedereen gezegd dat ik dan een permanentje zou nemen omdat ik zo dol was op die krullen. Nou, ik heb het gedaan! Het was een lange, pijnlijke zit met al dat geruk aan je haar en gedraai van die krulspelden, die chemische zwaveldampen die van je kop afslaan…. maar goed, ik heb nu een hoofd vol met krulletjes die alle kanten op staan. Weer erg wennen! Een week later moest ik bij de kapper terugkomen voor een kleuring, want het permanentje heeft het haar nog verder ontkleurd. Het is de vraag of dit allemaal zo goed is voor mijn haar, maar voorlopig zit ik er aan vast: een permanent voor het eerst sinds de jaren 80.. wie had dat kunnen denken!

In augustus was ik weer bij mijn chirurg, acht maanden na de operatie. Voor de vakantie was ik voor het laatst bij de fysiotherapeute geweest. Na vele maanden oefenen en masseren is er eigenlijk geen vooruitgang meer te bereiken. Er is een status quo bereikt in het litteken. Het is wat dunner en soepeler geworden, maar erg veel fraaier is het niet. Het blijft lelijk en een groot contrast met de andere kant. Ik ben er zelf wel aan gewend geraakt. Nog steeds baal ik ervan maar het zit me niet meer zo in de weg. Ik moet blijven oefenen om te voorkomen dat de verklevingen erger worden, maar de pijn en het ongemak is draaglijk. Ik kan mijn armen en schouders redelijk tot goed bewegen. Helemaal pijnloos is dat niet, maar vergeleken met eerst is er zeker vooruitgang. Ik denk niet dat het nog veel beter zal worden. Dat is de chirurg met me eens. Hij besluit dan ook om me naar de pastisch chirurg te sturen met de vraag of een littekencorrectie  mogelijk is. Zoiets wil ik alleen overwegen als de kans op verbetering groot is, en de risico’s minimaal. Een grote ingreep (zoals reconstructie) wil ik beslist niet. Dat is het me niet waard.

Na zes weken was het zo ver en kon ik terecht bij een plastisch chirurg in Erasmus MC. Na een uitvoerige bevraging over waarom ik nu eigenlijk iets wilde laten doen aan het litteken maar geen reconstructie wilde overwegen, deed hij lichamelijk onderzoek. Toen waren we snel klaar. Zijn oordeel was onverbloemd: niets aan te doen. Een ‘eenvoudige’ littekencorrectie waarbij het bindweefsel en de lelijke plooien worden weggenomen is uitgesloten. De oorzaak van alle ellende is namelijk niet ‘pech’ of ‘onderhuidse hechtingen’, maar toch het broddelwerk van de chirurg die mij opereerde. Deze heeft namelijk teveel huid weggehaald, waardoor de onderhuidse weefsels en huid onder grote druk gehecht zijn, wat een heftige reactie heeft gegeven. Als de plastisch chirurg de wond opent, blijft deze open staan en is hij niet meer te sluiten. Alleen een huidtransplantatie (van de rug) waarbij ook spierweefsel wordt meegetransplanteerd zou dan soelaas kunnen bieden, maar dat is een grote ingreep en succes is daarbij bovendien niet gegarandeerd. Als troost gaf hij me nog mee dat “de chrirug er vast veel van had geleerd”. Ja, fijn hè, dat ik als proefkonijn mocht dienen.

Zijn laatste woorden waren: “als u mijn moeder was, zou ik u zeggen dat het jammer is, maar dat u er zich maar bij neer moet leggen”. Nu was ik wel beledigd over die moeder (zeg, zo oud ben ik niet, ik kan echt geen zoon van 35 hebben!), en had ik niet de tegenwoordigheid van geest om te vragen: “en wat dan, als ik uw vrouw of minnares was?” Maar de boodschap is duidelijk. Mooi mislukt, die operatie van mij!

Ik was wel verrast, want ik dacht dat plastisch chirurgen altijd met het mes klaar staan, zelfs als dat niet nodig is. Ik had er me juist op voorbereid sceptisch te zijn op een eventuele voorstel tot operatie. Ik had geen moment gedacht, dat de plastisch chirurg me elke ingreep (behalve een reconstructie) zou afraden en mij zou zeggen dat ik me er maar bij neer moest leggen. Daarover was ik wel geschokt. Wie had dat nu gedacht?

In elk geval is mij nu duidelijik gezegd, dat mijn allereerste indruk de juiste was: de chirurg heeft er een potje van gemaakt. Door stomme pech ben ik niet door mijn eigen chirurg, maar door een onervaren klungel bewerkt. Die bovendien nog, toen ik klaagde over het lelijke litteken, durfde te roepen dat alles helemaal goed zou komen. Mooi niet dus. Jammer dat zijn collega’s hem de hand boven het hoofd zijn blijven houden. Het enige dat ze hebben toegegeven, is dat ik niet pas op de OK had mogen worden geconfronteerd met de andere operateur. Nu moet ik mijn eigen chirurg het oordeel van de plastisch chirurg gaan vertellen. En dan? Genoegdoening eisen? Maar wat schiet ik daar mee op? Ik heb al even overwogen om een claim bij de verzekering van het ziekenhuis in te dienen wegens onnodige verminking. Ten slotte is teveel huid wegnemen bij een preventieve borstamputatie een medische fout. Het ergert mij dat dat niet gewoon wordt toegegeven. Wat koop ik er voor dat “het allemaal nog veel erger had kunnen zijn” of dat “deze chirurg er vast veel van geleerd heeft”?

Maar aan de andere kant, een claim indienen betekent dat ik er energie in moet steken. Iets waar ik geen zin en tijd voor (over) heb. Ik wil niet blijven hangen in ziekenhuizen, borsten en ziek zijn. Niet in boosheid of verdriet. Ik wil verder. Maar aan de andere kant: ik wil niet dat ze er zo makkelijk van af komen en vrouwen na mij ook met het botte mes bewerken.

Lieve lezertjes, wat vinden jullie? Welke goede raad geven jullie mij?

Kiezen in Kenia

1 september 2008

De komende maand zal Arjun weer in Kenia zijn om kiezen te controleren en te trekken. Wie het leuk vind zijn weblog te volgen, kan kijken op:

www.arjun.vanderdussen.net

 

Dromen zijn bedrog…?

24 augustus 2008

Een verklaring heb ik er niet voor, maar in de zomermaanden heb ik altijd veel levendiger dromen dan in de andere seizoenen. Vooral op vakantie droom ik wat af. Vaak bizarre, maar ook heel realistische dromen die ik ’s ochtends helemaal kan navertellen. Met realistische details, soms akelig, meestal verbazingwekkend: zijn dromen spiegels van de ziel, of het bewijs van de lenigheid van de menselijke fantasie? Geen idee.

Deze zomer had ik een hele levensechte droom waarin ik tijdens een schoolreünie van het Stedelijk Gymnasium een oude klasgenoot tegenkwam en binnen de korste keren met hem aan het zoenen was. Het initiatief ging hierbij van mij uit, ik geloof zelfs dat die arme man overrompeld was. De zoenpartij kwam tot een abrupt einde toen een twaalfjarig meisje kwam aanlopen en hij haar voorstelde als zijn dochtertje. Het meisje keek me ontzet aan. In de droom bleef ik achter in een staat van verwarring en schaamte. Toen ik wakker werd verbaasde ik me erover, omdat hij drie jaar geleden plotseling is overleden nadat ik hem 13 jaar niet meer had gezien. Overigens heb ik hem nooit, maar dan ook nooit gezoend. In een andere droom, in kleur, zweefde ik met mijn kinderen in een oranje dinghy over het (felgekleurde) afvalwater door een chemische fabriek. We gleden van een snelstromende beek plotseling de fabriek in en stegen toen op, waarschijnlijk door de hitte van het water. In mijn droom lag ik op mijn buik in de dinghy en voelde met mijn hand hoe warm het water was. Ik herinner me de kleuren, maar weet nog dat ik me in mijn droom verbaasde over het feit dat er niets te ruiken was. De fabriek baadde in een vreemd licht, maar scheidde geen geuren af. We kwamen abrupt tot stilstand voor een soort sluisdeur, aan het einde van de fabriek. Daar bleek mijn trouwring te zijn gesmolten tot een zielig streepje goud dat aan mijn vinger bungelde. Aan droomduiding doe ik niet, want als je deze twee dromen naast elkaar legt dan zou je toch op zijn minst gaan twijfelen aan mijn huwelijk.

Maar er is één droom van deze vakantie die wel het vermelden waard is, omdat die me erg aan het denken heeft gezet. Ik droomde namelijk dat ik te horen had gekregen dat ik uitzaaiingen had die niet meer te behandelen waren. Blijkbaar had ik me in de droom al over de schok heen kunnen zetten, want de droom ging over het feit dat ik samen met Arjun de hele wereld afreisde om alle plaatsen en iedereen die ik in mijn leven had ontmoet, die enige betekenis voor me hadden gehad, opnieuw ging bezoeken. Als een soort afsluiting. In de droom gingen we naar veel plaatsen en landen. Er was heel wat speurwerk voor nodig om allerlei mensen op te sporen en iedereen was even verbaasd om me weer te zien. Het feit dat ik ze kwam opzoeken voor mijn naderende dood, maakte dat iedereen tijd voor me maakte. Een hele wonderlijke droom, maar het was geen nare ervaring. Op de een of andere manier leek het wel of ik een weg had gevonden om alle losse eindjes in mijn leven aan elkaar te knopen. Ook het feit dat ik niet alleen was op die reis, maar samen met Arjun, maakte het een rustgevende ervaring, geen wanhopige zoektocht.

Ik las een tijdje terug een verhaal van een jonge vrouw die in deze situatie zat en schreef dat ze “er klaar voor was”. Ze had een film en afscheidsbrieven gemaakt voor haar kinderen. Alleen moest ze de foto’s nog inplakken. Als het noodlot mij treft, moet ik dat overigens ook hoognodig doen! Maar behalve dat zou ik ook nog zo’n reis door mijn leven kunnen maken – letterlijk of figuurlijk. Na die droom lijkt me dat aantrekkelijk. Zelfs als het einde nadert, kan je er dus toch nog een positieve wending aan geven, een eigen invulling en betekenis. Toen ik me dat realiseerde, gaf me dat troost. Misschien moet ik de dood niet zo vrezen, zoals ik steeds doe. Ik las laatst een gedichtregel dat “het onvermijdelijke onvoorstelbaar is”. Maar misschien toch minder onvoorstelbaar als het lijkt.

Tien jaar na het overlijden van Jetske

22 juli 2008

Op 22 juli was het precies tien jaar geleden dat mijn jongste zus Jetske overleed. Het is onvoorstelbaar lang geleden en toch nog zo nabij in mijn geheugen. Ik heb deze dag aan haar gedacht, met pijn in het hart zoals altijd. Arian SMS-te me in Toscane, zij was bij het graf van Jetske geweest. Ik ben daar al heel lang niet meer langs geweest. De plek, hoe mooi hij ook is, maakt me treurig. Ik denk liever aan aan de levende Jetske.

Ik dacht altijd dat het prettig was voor nabestaanden om een graf te kunnen bezoeken. Mijn moeder, als één van de meest overtuigde voorstanders van crematie, geloofde daar niet in. Zij heeft geen graf nagelaten. Op een gegeven moment heb ik mijn crematieverzekering omgezet in een ‘begrafenis-in-natura’. Maar nu ben ik er niet zo zeker van dat dit werkelijk iets is waar mijn nabestaanden behoefte aan zullen hebben. Je iemand herinneren en aan iemand denken staat los van een fysieke plek.

Een jaar geleden dacht ik regelmatig: stel je voor dat ik nu zou overlijden, dan zou ik begraven worden in Spijkenisse. De laatste plek van Nederland waar ik in de grond zou willen gaan! Misschien moet ik mijn verzekering maar weer eens heroverwegen. Niet dat ik van plan ben om dood te gaan….