Zal het dan nooit ophouden? De waarheid is: ‘nee, het houdt nooit helemaal op’. Zat ik een paar weken geleden nog hoofdschuddend het volgende bericht te lezen:
Ex-borstkankerpatiënt voelt zich nog patiënt
22 SEP 2008
“Veel vrouwen die een operatie wegens borstkanker hebben ondergaan, voelen zich de eerste vijf jaar na de verwijdering van de tumor nog patiënt.
Dat blijkt uit een online onderzoek van TNS Nipo in opdracht van het farmaceutisch bedrijf AstraZeneca onder bijna zeshonderd vrouwen die borstkanker hebben (gehad). Ruim een kwart van de vrouwen die een operatie wegens borstkanker hebben ondergaan, voelt zich de eerste vijf jaar na de verwijdering van de tumor nog 100 procent patiënt. Bijna 90 procent van de ondervraagde vrouwen voelt zich tot vijf jaar nadat de tumor is verwijderd, in meer of mindere mate patiënt.”
Over zo’n bericht verbaas ik me dan heel erg. Ik zou mezelf niet direct als ‘patiënt’ meer typeren, zeker niet voor 100%, of hoofdzakelijk. Ook zou ik een paar weken geleden ontkennend geantwoord hebben op de vraag of ik behoor tot het grote aantal vrouwen dat “nog jaren na de operatie gevoelens van angst, spanning en onzekerheid” heeft. Ook voel ik me niet, zoals zovelen “verminkt” – althans, ik beschouw dat als een objectief vast te stellen feit (mijn lichaam is ontdaan van twee essentiële onderdelen die het uiterlijk bepalen), maar niet als iets dat rampzalig is of mijn identiteit als vrouw fundamenteel aantast.
Met andere woorden, wat ben ik toch een stoere dame, want ben ik toch een koele kikker, een echte overlever blablabla. Nou mooi niet. Want vandaag zat ik, na tien bange dagen, weer bibberend en gestresst bij de chirurg op een spoedafspraak. Sinds ruim een week had ik felle pijn op één plek links op mijn romp, bij mijn één na onderste rib. Zodra ik het merkte, heb ik mezelf bezworen dat ik niet meteen in paniek mocht raken, het 7 dagen moest afwachten (voor het geval het doodgewoon spierpijn of een blauwe plek zou zijn) en dat ik het aan niemand mocht vertellen.
Na 7 dagen was de pijn echter niet verdwenen, maar juist erger geworden. Erop drukken is pijnlijk, de pijn leek wat meer uit te stralen. Het is geen spierpijn, want bewegen doet geen pijn, erop drukken wel. Toen liet de paniek zich niet langer bedwingen. Botmetastasen! Steeds dacht ik aan een mogelijk einde. Van het weekend vertelde ik het aan Arjun, die ook pijnlijk in de stress schoot. Net is zijn oom overleden, en nu weer dit. Vanmorgen heb ik het ziekenhuis gebeld, en ik mocht gelukkig meteen komen.
E zijn uitgebreide thoraxfoto’s gemaakt en tot mijn immense opluchting was alles helemaal in orde. De foto’s laten prachtige, ongeschonden ribben zien. Ik kon mijn chirurg op wie ik een week geleden nog liep te foeteren wel zoenen van opluchting. Hij bezwoer me dat ik me niet moest schamen voor mijn angst en onzekerheid, dat dit volstrekt normaal is en dat ik de volgende keer wéér moest komen. Zeven dagen wachten was niet eens nodig wat hem betreft. Wat de pijn dan wel veroorzaakt? Geen idee. Kan me ook niet schelen ook. ’t Zal wel weer over gaan voor ik een jongetje word (zou mijn wijlen moeder zeggen).
En dan mag ik nog van geluk spreken dat ik geen hormonen hoef te slikken. Bij vrouwen die een anti-hormonale nabehandeling hebben ondergaan zijn de gevoelens van angst en onzekerheid het grootst. Die medicijnen herinneren hen dagelijks aan de ziekte. Bij mij gaan er wel eens een paar dagen voorbij dat ik niet aan de ziekte denk en me geen patiënt voel, toch?
Maar goed, we hebben het wel weer even gehad. De loodzware angst is weer van me af gevallen. Ik ben weer gezond. Ik ben weer borstkankerpatiënt af. Voor zolang het duurt.